Duits militair kerkhof krijgt bezoekerscentrum - Raadslid Thomas De Meyer: ‘Trein oorlogstoerisme al lang vertrokken’

Het was afgelopen woensdagavond maar een korte raadszitting, maar wel eentje die kan tellen, omdat de agenda toch enkele heikele punten bevatte. Eén ervan was de opwaardering van het Duits militair kerkhof naar aanleiding van de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog.

Ontwerpwedstrijd bezoekerscentrum

Het project werd door schepen Eddy Debruyne (CD&V), bevoegd voor toerisme toegelicht. ‘Ter gelegenheid van de herdenking 100 jaar Groote Oorlog, is het noodzakelijk om het Duits militair kerkhof een facelift te geven, door onder andere de inplanting van een bezoekerscentrum met onthaalruimte, een sanitair blok, een ruime parkeerplaats en een picknickplaats’, verduidelijkte schepen Debruyne het project. ‘Om echter de kwaliteit van de site te vrijwaren vinden wij het noodzakelijk om een ontwerp onder de vorm van een wedstrijd te laten opmaken’

Maar dat was niet naar de zin van oppositieraadslid Tomas De Meyer (N-VA Plus) die fel van leer trok en zei beschaamd te zijn in jullie plaats. ‘Al ettelijke maanden klagen, zagen en maken jullie de inwoners wijs; dat de financiële situatie van de gemeente verre van rooskleurig is om niet te zeggen benard, maar blijkbaar zijn er wel centen voor het kopen van een zoveelste studie’, foeterde De Meyer.

In het verleden had men de bedoeling dat een stukje onthaalinfrastructuur aan het Duits militair kerkhof, klaar zou zijn tegen 2014, want er is al grond verworven en die zou gebruikt worden voor de aanleg van een parking voor enkele auto’s en een tweetal autobussen. En er zou een overdekte onthaalruimte komen met sanitaire voorzieningen. Oorlogstoeristen zouden zo de mogelijkheid krijgen om hun wagen dichtbij achter te laten en de gids zou de toeristen de nodige toelichtingen kunnen geven in het droge.

Plannen gedumpt

‘Er werden in het verleden reeds plannen goedgekeurd door zowel de Vlaamse- als de Provinciale administratie; en ook door Monumenten en Erfgoed en nu gaan jullie al dat werk, in een trek over de balk gooien en in de vuilbak kieperen zodat alles op de lange baan geschoven wordt. Dat stoot tegen de borst van de burger’, ging De Meyer op zijn elan door.

‘Op de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo heerst er nu al een drukte van formaat, terwijl er hier amper beweging is op uitzondering van een drietal wagens na, die dan veelal nog afkomstig zijn van omwonenden’, ging Tomas De Meyer verder.

‘In de plaats van een architectuurwedstrijd uit te schrijven zouden jullie er beter voor zorgen dat onze Duitse militaire begraafplaats ook op de kaart komt te staan. Actie is nodig! Een architectuurwedstrijd uitschrijven is niet alleen een dure aangelegenheid, het zal bovendien alles fors vertragen en we zijn nu al 2014.’ 

Raadslid De Meyer had dan ook enkele concrete vragen aan het adres van schepen Debruyne. Zo ondermeer vroeg hij naar de kostprijs van de studie, de exacte timing wanneer de begraafplaats dan wel zou klaar zijn, of de boer de grond waar de parking moet komen, verder gratis blijven gebruiken, enz.

Geen 428.000 maar 360.000 euro

Schepen Eddy Debruyne relativeerde de hele zaak en antwoordde gevat. ‘Jullie hadden destijds 428.000 euro voorzien voor een veredelde wc en ontmoetingsruimte, wij zullen dit project mooier aankleden met slechts 360.000 euro!’

Wat de timing betreft gaf de Hoogleedse schepen een sneer richting De Meyer. ‘Precies door jullie getalm zijn we achterop geraakt en zal het project pas eind 2015, begin 2016 klaar zijn.’ Een ontgoocheld raadslid Tomas De Meyer reageerde fel: ‘Jullie zullen veel toeristenbussen missen.’ Schepen Eddy Debruyne repliceerde laconiek: ‘de oorlog duurde vier jaar lang!’